Nieuws, Nieuws

‘Het Amerikaanse overheidsoptreden tijdens de coronaperiode is veel gezonder en realistischer’

Elske Doets is al jaren erg enthousiast over de Amerikaanse manier van zaken doen. En de coronaperiode heeft die liefde alleen maar verder aangewakkerd, zo legt ze in deze blog uit. ‘Had Nederland op dit punt maar een fractie meer Amerika in zich.’

Vanaf de allereerste keer dat ik met Amerikanen in contact ben gekomen, houd ik van hun ongecompliceerde optimisme. Waar je in Nederland (en Europa) vaak te maken krijgt met mensen die hun vinger opsteken om verwachtingen te temperen, is het in de Verenigde Staten precies omgekeerd: ze vinden je plannen bijna altijd ‘great!’, ‘fantastic!’ en ‘wonderful!’. Aan deze kant van de oceaan menen ze dan weer dat zulke uitroepen oppervlakkig zijn, maar het gaat mij niet om de waarachtigheid van zulke kreten. Het gaat mij om de mentaliteit die eruit spreekt, namelijk: dat plannen hebben altijd beter is dan geen plannen hebben. En dat veranderingen en ambities het waard zijn aangemoedigd en omarmd te worden. ‘Had Nederland op dit punt maar een fractie meer Amerika in zich,’ denk ik vaak.

Met algemeen geldige steunpakketten zijn ook de reeds zwakke bedrijven in leven gehouden

Typerend voor de Amerikaanse manier van zaken doen, was een videogesprek dat ik onlangs met een dierbare, Amerikaanse zakenpartner voerde. Waar ik in Nederland vaak op eieren moet lopen om te verantwoorden dat ik de samenstelling van mijn team bij Doets Reizen, vooral dankzij corona, drastisch heb gewijzigd, was deze zakenpartner er juist enorm enthousiast over. Ze complimenteerde me met de snelheid van handelen. En het vroegtijdig inzien dat corona een nieuw tijdperk inluidt, die andere eisen stelt aan reisorganisaties. ,,Survival of the fittest, dear!” zei ze tegen mij, ter bevestiging van de noodzaak niet te aarzelen met ingrijpen. Die opmerking voelde voor mij als thuiskomen. Er sprak niet alleen waardering uit, maar ook realisme: als je je niet aanpast, word je opgegeten.

Ook het Amerikaanse overheidsoptreden tijdens de coronaperiode is, wat mij betreft, veel gezonder en realistischer dan in Nederland. Hier stond de overheid meteen klaar met algemeen geldige steunpakketten, gericht op sociale zekerheid. Op die manier zijn ook de reeds zwakke bedrijven in leven gehouden. Onze overheid maakte, kortom, geen keuzes en lekte geld naar iedereen.

In Amerika is de overheidssteun op een veel meer ‘natuurlijke’, en mijns inziens betere, manier vormgegeven. Volgens het survival of the fittest-principe stonden ze niet vanaf de eerste minuut met steunpakketten klaar, maar hebben ze na verloop van tijd gekeken naar de performance van bedrijven. Met als grote winstpunt dat de aantoonbaar wendbare en veranderingsgezinde bedrijven – die overeind zijn gebleven, of zelfs gegroeid zijn – nu mogen rekenen op steun. En de mindere broeders vanzelf van het toneel verdwijnen.

Vanzelfsprekend klinkt mijn voorliefde voor Amerikaanse mentaliteit velen, hier, hardvochtig in de oren. Maar ik denk dan: wat is nou beter, ook voor het welzijn van de medewerkers? Rondjes blijven draaien in een bedrijf dat wegens een verouderd concept op de afgrond afstevent? Of switchen naar een nieuw bedrijf, dat met visie en optimisme de toekomst tegemoet treedt?

Ik zeg: laat de natuur meer de natuur zijn. Ook in commerciële zaken.

Bron: De Ondernemer