Nieuws, Nieuws

Waarom ik niet graag over vakantie praat

Hoewel ik als reisondernemer niets liever doe dan nieuwe gebieden bereizen en ontdekken, houd ik bepaald niet van het gespreksonderwerp “va-kan-tie”.  Waarom niet? is de logische vraag. Het zou als reisondernemer toch mijn favoriete onderwerp moeten zijn?

Ik probeer het kort uit te leggen. Vaak wordt “va-kan-tie”, in mijn ogen dan, op een bijna griezelig plichtmatige toon ter sprake gebracht, zo van: waar ga je dit jaar een luchtje scheppen? Misschien ben ik overgevoelig, maar ik raak van slag wanneer iemand op die plichtmatige toon over vakantie begint. Mijn zin in vakantie wordt door zo’n futloos gestelde vraag serieus op de proef gesteld. Alsof ik ‘een moetje’ ga afwerken en het, bij wijze van spreken, alleen nog de vraag is welk raam ik openzet. En waar precies ik de verse zuurstof ga inhaleren.

Vreselijk.

Soms laat ik uit ongemak of tegendraadsheid een stilte vallen na de vraag waarheen ik op vakantie ga. En dan kan het gesprek nog een graadje ongemakkelijker worden, want in zo’n geval volgt er meestal een bezorgde blik en de al of niet uitgesproken gedachte: ‘Maar je gáát toch wel op vakantie!?’ Kennelijk kan het idee dat vakantie niets bijzonders is op een vreemde manier hand in hand met de opvatting dat er iets grondig mis met je is als je niet op vakantie gaat.

Een afschuwelijke combi, wat mij betreft.

De enige manier om zo’n plichtmatige houding te verklaren – en dat blijkt ook als je het gesprek uiteindelijk toch maar aangaat – is dat vakantie gezien wordt als een onmisbare compensatie voor het werkende leven of het kabbelende bestaan, dat, zo luidt de veronderstelling, zóveel stress (of sleur) oplevert dat vakantie een ‘must’ is.

Zou je de ene coma met de andere kunnen bestrijden? denk ik dan. Weinig kans… (en het idee dat er vliegvelden worden bijgebouwd om dergelijke coma’s te faciliteren, komt me als absurd voor).

Zelf zie ik vakantie helemaal niet als compensatie, maar als een voorrecht.

Voor mij is vakantie een terugkerend festijn van kijken, voelen, denken en praten (van leven, dus). Niet voor niets maak ik met mijn gezin regelmatig een fascinerende, vaak verre reis naar een bestemming waar we met z’n allen nieuwsgierig naar zijn. Om ter plekke geïnspireerd te raken door de natuur, de cultuur en de steeds weer andere manier van communiceren.

Ten einde het voorrecht van vakantie vieren ook daadwerkelijk een voorrecht te laten zijn, doe ik hetzelfde voor mijn klanten als voor mijn eigen gezin: routes samenstellen langs de meest spectaculaire, verrassende en veronachtzaamde plekken, zodat elk land, elk gebied een eigen verhaal wordt. Ik doe dat telkens weer vol overgave. En haal er enorm veel bevrediging uit.

Vandaar dus dat telkens als het onderwerp “va-kan-tie” als een soort verplicht agendapunt naar boven komt, als stoplap in een stroeve conversatie, ik een beetje doodga.

De mooiste constatering na een vakantie is immers niet dat je alles wat je daarvoor deed ‘weer even aankunt’, maar dat je een geweldige levenservaring rijker bent!