Nieuws, Nieuws

KW1 voor ondernemerschap: ‘Hoe medewerkers meer CEO kunnen worden’ – Elske Doets

In de beeldvorming is het vaak zo dat een CEO de plek bezet die andere medewerkers in de organisatie ook ooit graag willen bekleden. Niet alleen wordt de CEO geacht het meeste geld te verdienen, maar ook het leukste, meest gewaardeerde en geziene werk te doen.

Over de minder zichtbare kant van het verhaal, dat de CEO met begrensde kennis tóch de koers moet uitzetten en tegelijkertijd leveranciers, klanten, aandeelhouders, overheid, investeerders en milieulobby daarin mee moet krijgen, hoor je minder. Al was het maar omdat nogal wat CEO’s getraind zijn in het uitstralen van succes. Want zodra je als boegbeeld openlijk twijfelt of laat zien dat je onderhevig bent aan stress, is de gedachte dat zoiets negatief kan overslaan op de organisatie.

Ongewenste signalen

Natuurlijk bestaan er CEO’s die inderdaad volop genieten van hun privileges, ongewenste signalen op afstand houden en voor de vervelende klusjes assistenten hebben ingehuurd. Zij blijven het liefst in een wolk van comfort zitten, waarvandaan ze zo nu en dan een (meestal zo risicoloos mogelijke) knoop doorhakken.

Maar de CEO’s die ikzelf bewonder en waar ik me als zakenvrouw enorm verwant mee voel, zijn degenen die juist steeds bereid zijn die andersoortige signalen wél toe te laten, de koers voortdurend te heroverwegen en de betrokken partijen daarin mee te nemen. Het opknappen van nederig klusjes hoort daar ook bij

Ooit sprak ik een collega-CEO in Amerika die, wijzend op zijn bedrijf, opmerkte dat hij net zo verantwoordelijk was voor de grootste deals als voor de kleinste details. Hij zei: ‘Als het nodig is om de boel overeind te houden, ga ik desnoods de toiletten schoonmaken.’ Die uitspraak heb ik altijd onthouden. Het getuigt in mijn ogen van een bewonderenswaardig inzicht om te begrijpen dat een bedrijf dat je hebt opgebouwd, of toch tenminste onder je hoede hebt, uiteindelijk belangrijker is dan jijzelf.

Voor de duidelijkheid: als Doets Reizen straks weer kan opstarten en we vanwege eerder ingezette kostenbesparingen tijdelijk met een krappe bezetting van doen hebben, ben ik bereid om samen met het Doets-team mijn steentje bij te dragen en zelf weer reizen te gaan verkopen. Ik geef er, kortom, álles voor om Doets Reizen weer te laten floreren, ook al moet ik daarvoor werkzaamheden verrichten die wellicht minder prestigieus en uitdagend zijn.

Waarom vertel ik dit?

Omdat ik als ambassadeur van nlgroeit, en daarmee als ondersteuner van de Koning Willem 1 Prijs, duidelijk wil maken dat ondernemen nooit een leuke, voor jou op maat gemaakte klus wordt, maar een continue hands-on mentaliteit vraagt. Zo meen ik bij mijn Doets-team inmiddels te bespeuren dat ze bang zijn dat de toekomst ingewikkelder wordt dan alleen klanten ontvangen en reizen verkopen.

Hoe begrijpelijk het misschien ook is liever een prachtige natuurreis naar Canada, IJsland of Zweden te verkopen dan een Buddy te regelen voor een oudere: wie garandeert dat het ‘oude normaal’ hervat wordt en corona, dankzij een nieuwe variant, niet nóg een vervelende wending gaat nemen? Daarom reken ik erop dat teamleden dit nieuwe karwei met verdubbeld enthousiasme oppakken. Wat is er slimmer dan jouw ‘skills’ uit te breiden? En mooier dan met jouw inspanning oudere mensen blij te maken?

Andere werkzaamheden uitvoeren is geen stap omlaag, eerder omhoog: mijn favoriete CEO’s halen hun neus nergens voor op, zelfs niet voor het schoonmaken van de toiletten.