Dit interview verscheen eerder bij Kerknet
Tekst: Patrick Verstuyft
De Nederlandse zorgonderneemster Elske Doets beschrijft in ‘De leeftijdloze samenleving’ haar visie op zorg, en wat er soms mangelt aan het systeem.
Zes jaar geleden werd Elske Doets (51) in Nederland verkozen tot Zakenvrouw van het Jaar en werd de eigenares van de reisonderneming Doets Reizen „maatschappelijk wakker gekust”. Intussen is ze zorgonderneemster, richtte ze BuddyBold op (dat senioren matcht met een jongere buddy) en lanceerde ze de gratis Young Ladies Business Academy.
Op die Academy werd ze getroffen door hoe jongedames van 15 tot en met 25 jaar met klimaat, vergrijzing, ongelijkheid, migratie… bezig zijn. „Ze waren niet bezig met een gat in de markt, maar met een gat in de samenleving”, vertelt ze. „Dit kan de nieuwe richting van de economie zijn. Eén van hen had nog voor corona onderzoek gedaan naar de effectiviteit van zorgrobots bij ouderen tegen eenzaamheid. Een documentaire over een alleenwonende vrouw die nooit haar stem meer hoorde omdat ze zo eenzaam was, raakte me erg. Omdat door corona mijn reisbedrijf nagenoeg stillag, kwam ik erachter dat wat ik deed te eendimensionaal is en dat ik een veel bredere maatschappelijke blik heb.”
Blijmoedige visie op vergrijzing
Daar wou Elske Doets mee verder. Ze schreef daarop het boek De leeftijdloze samenleving, „een blijmoedige visie op de aankomende vergrijzing”, noemt ze het. Blijmoedig? „De vergrijzing is voor veel mensen confronterend. Vaak is dan de tactiek om dat te vermijden. Als je hokjes zoals leeftijds- en generatiehokjes wegstreept en niet-familiaire en niet-zorgcontacten stimuleert, kan die interactie heel veel opleveren en positief werken voor de gezondheid. Ook voor jongeren.”
Wij legden Elske Doets vijf stellingen uit haar boek voor.
1. “De controle-reflex is misschien de meest invloedrijke reflex in de zorgsector”
„Bij iemand met dementie bestaat de kans dat hij wegloopt en de weg kwijtraakt. Het risico is dan dat die mensen in een zorginstelling achter slot en grendel zitten.
Die schadelijke reflex gaat voorbij aan het menselijke.
Door allerlei regels, managementsystemen en verzekeringsmaatschappijen schiet alles zijn doel voorbij. Mocht ik mijn reisbedrijf runnen zoals de zorg, dan zou het al een miljoen keren failliet zijn. Mensen die aan het bed staan, hebben de beste bedoelingen. Ze doen dat vanuit een roeping. Ze zijn zo goed in hun goedheid dat ze niet in opstand durven te komen. De managers bepalen wat het systeem is, terwijl de mensen aan en in het bed dat zouden moeten doen.”
2. “Zorg-op-maat blijkt het tegenovergestelde: zorg die onpersoonlijk is en op routine wordt afgehandeld. Zorg is een minutenbusiness geworden”
„Het gaat zelfs naar een secondenbusiness.
Ik word onpasselijk van bestuurders van zorginstellingen en van politici die over die menselijke maat heen gaan.
Zorgvrouwen moeten een steunkous aanbrengen in acht minuten. Een zorgvrouw die op een keer met een bestuurder rondging, stelde voor dat hij dat zou doen. Dat lukte natuurlijk niet, waarop hij zei: Het is prima dat jij dat doet. Ga vooral zo door want wij verdienen daar een hoop geld aan. Ik zou mij kapot schamen. Politici in Nederland vinden dan weer dat techniek en mensen uit de omgeving veel kunnen oplossen. Ze vergeten echter dat veel mensen dat netwerk niet meer hebben en we in een sterk geïndividualiseerde samenleving zitten waarbij niet iedereen nog een partner of kinderen heeft.”
3. “Laat het ongebruikelijke, niet-zorggerelateerde naar binnen komen”
“Ooit hadden we een buddy geregeld voor een gewezen marktkoopvrouw. Ze was gewend om veel te roken en te schreeuwen. Dat was haar leven. Zij had de diagnose alzheimer gekregen. De vrouw had de wens om te roken, maar dat werd haar verboden omdat ze longkanker zou krijgen. Maar dood ga je toch, niet? Ze was dolblij dat de buddy met haar lekker ging roken, én dat ze kon schreeuwen over de straat. Dat deed haar weer leven.
Het zou fijn zijn mocht het ongebruikelijke niet-zorggerelateerde naar binnen komen.
Dat werkt erg louterend. Het psychiatrisch ziekenhuis La Borde in Frankrijk laat zijn patiënten die zwaar psychisch gestoord zijn naar buiten gaan, zonder begeleider, en werken. Ze krijgen de ruimte om mens te zijn. Het kan dus, al is het best spannend, want je hebt minder controle.”
4. ‘“We moeten eraan wennen dat zorg (ook) een markt is”
“Het marktdenken in de zorg is superschadelijk op dit moment. In Nederland heb je het Persoonsgebonden Budget. Een ondernemer vangt van de gemeente voor een uur schoonmaak bij een cliënt 66 euro, terwijl hij de schoonmaker maar 15 euro per uur betaalt.
Dat is een disproportioneel verdienmodel.
De cliënt zou veel meer uur schoonmaak kunnen krijgen, mocht het systeem zuiver werken. Die goudmijn is eindig. We moeten ervan af. Wel moet je invloeden van buitenaf toelaten die oprechte bedoelingen hebben en geen misbruik maken van die opdrogende goudmijn vanuit de overheid. Laat die oprechte invloeden toe want ze geven ongebruikelijke oplossingen verlichting. Anders loopt alles vast.”
5. “Plak functies niet dicht met allerlei eisen”
“Een thuiszorg mag geen prullenbakje legen, laat staan een eitje bakken, want dat staat niet in de regels van de zorgverzekeraar. Anders loop je als organisatie het risico een geldstroom mis te lopen. Mensen die dat beroep willen doen, moeten respect en ruimte krijgen. Een vriend-psychotherapeut moest verplicht naar vergaderingen van het middle-management die meer verdienden dan de psychologen. Daagde hij niet op – hij wou geen tijd voor zijn patiënten verliezen – dan kreeg hij strafpunten. Zo houd je toch een verkeerd systeem in leven? Daar komt weinig van naar buiten. Zij die dat wel doen, lopen tegen de muur.
Mijn boek probeert pijnlijke dingen naar boven te brengen.
Dat wordt mij niet altijd in dank afgenomen want allerlei mensen vinden dat ze heel goed bezig zijn met de positieve gezondheid van ouderen. Bovendien is het niet sexy. Dat is het probleem. Mensen kijken liever Temptation Island.”